Nieuws

  • 25
    jul
    2025

    Werkstraf na dodelijke aanvaring Waddenzee

    De rechtbank in Leeuwarden heeft de schipper van de veerboot Tiger veroordeeld wegens dood door schuld. Onze cliënt was als kapitein betrokken bij de dodelijke aanvaring op de Waddenzee nabij Terschelling op 21 oktober 2022. De watertaxi Stormloper kwam in aanvaring met de Tiger. Vier opvarenden van de Stormloper zijn verdronken, twee opvarenden raakten zwaar gewond. Aan cliënt is een taakstraf van 240 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden opgelegd. Ook de schipper van de watertaxi  werd veroordeeld.

     

    De verdediging – Tjalling van der Goot en Jessica Versluis – had vrijspraak bepleit.

     

    Klik hier voor het vonnis.

     

    De rechtbank verwijt cliënt te hard te hebben gevaren. Volgens de rechtbank gold ter plaatse in het Schuitengat niet alleen voor de Stormloper maar ook voor de Tiger een maximum snelheid van 20 km/u. De rechtbank verwijst daarbij naar een kaartje in een zogeheten Planologische Kernbeslissing uit 2007 waarop het westelijk deel van het Schuitengat niet als hoofdveerbootroute is ingetekend.

     

    Daarnaast is volgens de rechtbank sprake van onduidelijk marifoonverkeer.

     

    De verdediging is teleurgesteld in het vonnis. In de eerste plaats omdat de rechtbank doorslaggevende waarde toekent aan een Planologische Kernbeslissing (PKB) om de maximum vaarsnelheid vast te stellen. Een PKB is een beleidsdocument voor de overheid dat niet is gepubliceerd en geen bindende werking. Hoe kan van een burger worden verwacht dergelijke beleidsdocumenten te kennen?

     

    De verdediging mist in het vonnis dat uit onderzoek is gebleken dat de Stormloper – en niet de Tiger - zich aan de verkeerde kant van de vaargeul bevond. Het is de Stormloper die verzuimt om vervolgens contact met de Tiger op te nemen; dat heeft cliënt wel gedaan. Het is de Stormloper geweest die vlak voor de aanvaring een plotselinge manoeuvre naar stuurboord maakt waardoor deze vlak voor de Tiger kwam te liggen en een ongeval niet meer te voorkomen was. Het is voor cliënt onbegrijpelijk dat deze feiten en omstandigheden geen rol hebben gespeeld bij de weging van schuld en ook geen rol hebben gespeeld bij de mate van schuld en de strafmaat. De schipper van de Stormloper heeft dezelfde straf opgelegd gekregen als cliënt.

     

    Door een deskundige is vastgesteld dat het ongeval niet zou zijn ontstaan indien beide schepen hun koers hadden vervolgd. Omdat de Stormloper om het laatste moment de koers wel veranderde, kon een ongeval niet worden voorkomen. De rechtbank overweegt hierover: "Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat verdachte geen ongehinderde doorgang heeft verleend aan De Stormloper. Dat de schipper van De Stormloper op het laatste moment een onverwachte stuurbeweging heeft gemaakt, kan daaraan niet afdoen." Het bevreemdt de verdediging dat schuld bij cliënt wordt aangenomen, terwijl vast staat dat het ongeval zonder deze laatste fatale manoeuvre van De Stormloper te voorkomen was geweest.

     

    De verdediging beraadt zich op hoger beroep. De termijn hiervoor bedraagt veertien dagen.