De 49-jarige verdachte Frank R. uit Cuijck is vandaag wegens diverse zedenfeiten veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes jaar en tbs met dwangverpleging. De rechtbank acht bewezen dat hij zich in één geval heeft schuldig gemaakt aan verkrachting en daarnaast aan ontucht – ten dele via de webcam en ten dele fysiek - , aan grooming en aan het bezit en vervaardigen van kinderporno. Tegen cliënt was een gevangenisstraf van tien jaren geëist in combinatie met tbs.
De verdediging had vier jaar cel voorgesteld. De behandeling zou volgens raadsman mr. Tjalling van der Goot moeten plaatsvinden binnen een tbs met voorwaarden in de FPK in Assen. Deze kliniek heeft een op maat gesneden zedenprogramma.
De rechtbank heeft de verdediging niet gevolgd in haar strafvoorstel. Toch is cliënt gematigd tevreden. Van belang is dat een forse hap van de geëiste straf is afgehaald. Dat betekent dat cliënt vier jaar winst heeft geboekt. Omdat de straf boven de vijf jaren is uitgekomen, gebiedt de wet dat een verplichte behandeling slechts in een tbs-kliniek (en dus slechts in het kader van een tbs met dwangverpleging) kan plaatsvinden. De rechtbank heeft ten voordele van cliënt meegewogen dat hij verminderd toerekenbaar wordt geacht, coöperatief is geweest in het opsporingsonderzoek, verantwoordelijkheid voor zijn daden heeft genomen en gemotiveerd is voor een behandeling.
De verdediging betreurt het dat de rechtbank in het vonnis heeft overwogen het weliswaar van belang te vinden dat een behandeling zo spoedig mogelijk plaatsvindt, doch dat dit belang er niet toe leidt dat in het vonnis conform de wens van de verdediging een advies omtrent een eerdere ingangsdatum van deze behandeling wordt opgenomen. Raadsman Van der Goot vindt dit een gemiste kans. Ook de overweging in het vonnis dat de publiciteit in deze kwestie niet strafverlagend werkt, wordt door de verdediging niet gedeeld. Volgens de rechtbank doet de publiciteit recht aan het openbare karakter van de strafprocedure. De verdediging betwist dit, omdat slechts de openbare terechtzitting zich in de openbaarheid afspeelt en niet de procedure daaraan voorafgaand. Bovendien is een (groot) deel van de media-aandacht onjuist en is cliënt daardoor geschaad.
Cliënt weet dat de ernst van de feiten een gevangenisstraf van lange duur rechtvaardigen. Ook cliënt wenst een behandeling. Hij realiseert zich dat door de rechtbank in hoge mate tegemoet is gekomen aan zijn belangen. Voor cliënt is van belang dat hij met deze uitspraak in ieder geval perspectief houdt om op niet al te lange termijn te starten met de behandeling. De beslissing om hoger beroep in te stellen, hangt van diverse factoren af en zal niet vandaag worden genomen. De termijn voor beroep bedraagt veertien dagen.
Klik hier voor de volledige uitspraak.
@TjallingvdGoot "Voormalig verpleegkundige Wilhelmina Ziekenhuis Assen ontkent" https://t.co/jcsR1xAGB4