Op 21 oktober 2022 kwamen de snelle veerboot Tiger en de watertaxi Stormloper bij Terschelling in aanvaring. Bij die aanvaring kwamen vier opvarenden van de watertaxi om het leven, vier andere opvarenden raakten gewond. Gisteren behandelde de rechtbank in Leeuwarden de strafzaak tegen de 49-jarige kapitein van de Tiger die samen met de schipper van de watertaxi moest voorkomen. Het OM verwijt beiden schuld aan het ongeval. Het OM eiste een taakstraf van 180 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden.
In het Schuitengat voeren de beide schepen tegen elkaar aan. De Tiger voer zo’n 55 km/u, de Stormloper 29 km/u. De watertaxi voer geheel aan baakboordzijde van de vaargeul, voor hem dus aan de verkeerde kant. Vlak voor de aanvaring heeft de watertaxi plotseling de koers verlegd naar stuurboord en kwam daardoor voor de Tiger terecht. Een aanvaring kon niet meer worden voorkomen.
Raadsman Tjalling van der Goot bepleitte vrijspraak. In de kern zijn er twee belangrijke pijlers onder de bewijsconstructie van het OM. De Tiger zou te hard hebben gevaren en het marifooncontact zou gebrekkig zijn geweest.
Ten aanzien van de snelheid voerde de verdediging aan dat in de regelgeving is vastgelegd dat op het Wad een maximum snelheid geldt van 20 km/u tenzij het om betonde vaargeulen van de veerbootroutes van en naar de Waddeneilanden gaat. Op een veerbootroute is er dus geen snelheidsbeperking. Volgens cliënt is helder dat de het stuk water door het Schuitengat door veerboten intensief bevaren wordt, door Rijkswaterstaat sinds 2016 is betond en dus een veerbootroute is. Elders in wet- of regelgeving is geen definitie te vinden wat onder een veerbootroute moet worden verstaan. Volgens het OM is het geen veernootroute. Daarbij verwijst het naar documenten van Rijkswaterstaat dat weer verwijst naar een kaartje in een zogeheten Planologische Kernbeslissing (PKB) uit 2007. Een dergelijke PKB is echter een beleidsdocument voor de overheid, bindt burgers niet en is niet afdwingbaar. Op basis daarvan kan volgens de raadsman niet worden vastgesteld dat de veerbootroute in het Schuitengat geen veerbootroute in de zin van de regelgeving is. Dat betekent dat de Tiger niet te hard heeft gevaren.
Daarnaast stelt het OM dat cliënt geen duidelijke afspraken over de passage van beide schepen heeft gemaakt via de marifoon. De verdediging daarentegen stelt dat cliënt - anders dan de Stormloper - juist het initiatief heeft genomen om contact te zoeken toen hij opmerkte dat de Stormloper aan de voor hem verkeerde kant van de vaargeul voer. Een normale passage van schepen is bakboord-bakboord (beide schepen passeren elkaar links), maar een stuurboord-stuurboord passage (beide schepen passeren rechts van elkaar) is ook toegestaan. Omdat de Stormloper al helemaal aan de verkeerde kant zat, heeft cliënt via de marifoon gezegd: “Doe maar gewoon normaal stuurboord-stuurboord”. Hoewel de Stormloper deze afspraak niet expliciet heeft bevestigd, kon cliënt als kapitein van de Tiger afleiden dat de schipper het begrepen had. Zo had de Stormloper op de eerste oproep gereageerd door te antwoorden “zeg het maar” en vervolgde de Stormloper zijn koers aan de bakboordkant van de vaargeul.
De Tiger heeft daarnaast nog extra ruimte voor een passage gecreëerd om voor hem naar stuurboord uit te sturen. Deskundigenonderzoek heeft uitgewezen dat als beide schepen hun koers hadden vervolgd, er geen aanvaring zou zijn ontstaan.
De aanvaring is uiteindelijk ontstaan omdat de Stormloper een onverwachte, niet aangekondigde en niet noodzakelijke beweging naar stuurboord (rechts) maakte waardoor deze direct voor de Tiger kwam te liggen. Volgens de radarbeelden is dat één tot anderhalve seconde voor de aanvaring geweest. De aanvaring kon door de Tiger niet meer worden voorkomen.
Een door de verdediging ingeschakelde deskundige op maritiem gebied bevestigde dat het handelen van cliënt vanuit ‘goed zeemanschap’ te begrijpen valt. Volgens de verdediging is niet te bewijzen dat cliënt aanmerkelijk verwijtbaar onvoorzichtig heeft gevaren. Om die reden is vrijspraak van schuld bepleit.
De rechtbank doet uitspraak op 25 juli.
@LC