De economische politierechter in Leeuwarden heeft vandaag het openbaar ministerie niet-ontvankelijk verklaard in de vervolging van een inwoner uit de gemeente Achtkarspelen. Onze cliënt werd verweten in juli 2023 zender een vergunning een radioapparaat aanwezig te hebben gehad. De rechter volgde met de uitspraak het pleidooi van raadsman Tjalling van der Goot.
Onze cliënt erkende in die periode actief te zijn geweest met een geheime zender. Van der Goot stelde dat dergelijke kwesties in beginsel bestuursrechtelijk worden gehandhaafd. Op grond van de Aanwijzing van het OM mag alleen strafrechtelijk worden opgetreden in een beperkt aantal gevallen. Het OM beriep zich in deze zaak op het feit dat de gemeente vlak ervoor een brief had gestuurd met het verzoek om een zendmast te verwijderen en dat cliënt had verklaard aan dit verzoek te zullen voldoen. Nu de mast niet was verwijderd, was strafrechtelijke handhaving volgens de officier van justitie passend.
De rechter verwerpt het standpunt van het OM. Alleen wanneer sprake is van situaties waarin inbeslagneming of binnentreding in een woning noodzakelijk is, bij recidive en bij ernstige overtredingen waarbij gevaar is veroorzaakt of een potentieel gevaarlijke situatie is ontstaan, mag strafrechtelijk worden ingegrepen. Dergelijke situaties zijn niet aan de orde. “Volgens de Aanwijzing is het gebruik van het strafrecht ook aangewezen in geval van recidive, waarbij de verdachte ‘eerder bestuursrechtelijk is aangepakt’ of ‘keer op keer in de fout is gegaan’. Verdachte heeft een schoon strafblad. Van het volgen van bestuursrechtelijke stappen blijkt uit het dossier slechts dat de gemeente verdachte heeft gewezen op het illegale bouwwerk, waarna verdachte beloofde de zendmast te verwijderen. Dat bestuursrechtelijke handhavingsinstrumenten zijn ingezet, is niet aannemelijk geworden. (...) Overtredingen die een kleinere economische schade veroorzaakten (prio-2) en alle overige storingen (prio-4) behoren bestuursrechtelijk te worden afgedaan. De economische politierechter komt tot het oordeel dat deze overtreding van de Telecommunicatiewet dan in deze laatste categorie zal moeten vallen. Deze categorie melding wordt volgens de Aanwijzing doorgaans bestuursrechtelijk afgedaan. Dat leidt ertoe dat met de raadsman wordt geoordeeld dat het OM in de vervolging niet-ontvankelijk is nu in deze zaak het strafrecht volgens het handhavingsbeleid (nog) niet kon worden ingezet.”
De strafzaak had een principieel karakter. Het is – anders dan voorheen – uitzonderlijk dat een ‘geheime zender’ strafrechtelijk wordt vervolgd. Om die reden moet strikt afgebakend worden wanneer een verdachte kan en mag worden vervolgd. Bovendien heeft vervolging grote negatieve gevolgen voor de verdachte, nu de in de bestuursrecht op te leggen basisboete € 2.500 bedraagt en het OM ter zitting een werkstraf van 100 uren vorderde.
Het OM heeft veertien dagen om hoger beroep in te stellen.
Klik hier voor de volledige uitspraak.
Klik hier voor een publicatie over de uitspraak op Wâldnet.