De rechtbank in Leeuwarden heeft het voorarrest gisteren aan het einde van de dag opgeheven in de zaak tegen onze 35-jarige cliënt in de Drachtster zedenzaak. Afgelopen week eiste het OM nog een gevangenisstraf van acht jaren en tbs met verpleging. Raadsman Ralph Titahena bepleitte vrijspraak.
De opheffing van de voorlopige hechtenis is in de beschikking niet nader gemotiveerd. De rechtbank overweegt: "Tijdens de beraadslaging omtrent het te wijzen vonnis, is de rechtbank tot het oordeel gekomen dat er redenen zijn de voorlopige hechtenis van verdachte op te heffen met ingang van heden.”
Opheffing kan plaatsvinden indien geen sprake (meer) is van ernstige bezwaren voor de verweten gedragingen. In dat geval anticipeert de rechtbank op een volledige vrijspraak. Opheffing kan ook plaatsvinden indien de duur van het voorarrest de naar verwachting op te leggen gevangenisstraf zal overschrijden. In dit laatste geval volgt mogelijk geen volledige vrijspraak maar een veroordeling voor een of meer feiten waarbij een betrekkelijk lage gevangenisstraf wordt opgelegd.
Onze cliënt wordt door de officier van justitie verantwoordelijk gehouden voor verkrachting, ontucht en aanranding van zeven minderjarige jongens in de leeftijd van 10 tot 18 jaar en van een volwassen man. De feiten dateren uit de jaren 2103 tot 2022. Onze cliënt ontkent de aantijgingen. De verdediging noemde ter zitting de zaak tegen zijn cliënt een kwestie van 'veel geschreeuw en weinig wol' en zijn de aangiftes onbetrouwbaar. Volgens Titahena kan niet worden uitgesloten dat de slachtoffers voordat ze naar de politie stapten, onderling contact hadden. Hij wees op diverse inconsistenties en tegenstrijdigheden in de verklaringen van de aangevers.
De uitspraak volgt op 11 december.